Belang van een juiste training

DSC_0210_hals lang

Beginfase van de opleiding: paard loopt lang en laag met het meeste gewicht op de voorbenen. Dit is zijn natuurlijke balans. Met het ruitergewicht erbij, komt er nog meer gewicht op de voorbenen, waardoor deze overbelast worden. Vaak zien we dat het paard hard gaat om zijn evenwicht te bewaren en om niet voorover te tuimelen. Een paard dat het meeste gewicht op zijn voorbenen draagt, voelt ook vaak zwaar in de handen van de ruiter, omdat het paard op de teugels hangt.

DSC_0236_hals oprichting2

Later in de opleiding: het paard heeft kracht en souplesse in zijn achterbenen ontwikkeld. Hierdoor is ‘oprichting’ mogelijk: de achterbenen nemen naarmate de training vordert steeds meer gewicht over van de voorbenen. Uiteindelijke loopt het paard met zijn gewicht gelijkmatig verdeeld over vier benen. Hierdoor worden de voorbenen niet meer overbelast. Het paard draagt zichzelf en de ruiter en het contact op de teugels voelt licht aan.

Rijden: een kwestie van een zadel erop leggen en gaan?
De houding van paarden waar zij zelf het liefst in lopen, is geen geschikte houding om een ruiter goed (dus zonder een verkeerde belasting) te kunnen dragen. Daarom wordt er  veel aandacht besteed aan de zogenaamde ‘rijtypische’ houding van een paard. Hierbij speelt balans een grote rol: we willen graag op paarden rijden, maar eigenlijk zijn deze daar helemaal niet op gebouwd!

Van nature draagt een paard namelijk het meeste van zijn gewicht op de voorbenen en paard gewoonmaar een klein deel op de achterbenen. Stel je voor dat jij nu nog eens op z’n rug gaat zitten, dan draagt hij dus nóg meer gewicht op z’n voorbenen en raakt hij makkelijk uit balans. Daarbij zorgt dit ook voor een overbelasting van de voorhand wat de kans op blessures en vroegtijdige slijtage vergroot.

Om dus op een goede manier te kunnen rijden, willen we het paard daarom een andere paard OPGERICHTbalans aanleren zodat deze meer gewicht op de achterbenen gaat dragen en goed verdeeld over vier benen kan lopen. Hierdoor is een paard beter in staat om het ruitergewicht te dragen zonder onbalans en zonder verkeerde (over)belasting.

“Mijn paard is scheef!
Vaak loopt een paard op één kant wat makkelijker dan op de andere kant. Dat komt doordat paarden niet symmetrisch ontwikkeld zijn, maar ze meestal naar rechts of naar linksgebogen zijn. Door middel van het werken aan de hand, training aan de dubbele lange lijnen en dressuuroefeningen kunnen we het paard soepeler krijgen in zijn lijf. Niet alleen komt een paard dan lekkerder in zijn vel te zitten, maar door een paard rechter te maken in zijn lijf, kan hij zich symmetrisch te ontwikkelen. Hierdoor zal hij minder snel één zijde overbelasten en heb je dus minder kans op vervelende blessures.

Het trainen van een andere houding voelt als onbalans voor het paard en onbalans = eng!
We gaan in de training het paard een nieuwe houding aanleren. Paarden vinden dat in eerste instantie eng; want bij het aanleren van een andere houding, halen we ze uit hun natuurlijke (en dus vertrouwde!) balans. Onbalans is voor hen bedreigend, want in de natuur zijn ze een makkelijke prooi als ze hun balans verliezen en vallen. Het kan voor hen het verschil maken tussen leven en dood!